Op de Argentijnse zoutvlaktes, waar lithiumdollars belangrijker zijn dan mensenrechten

Het is 16 juni, twee uur ‘s middags, wanneer de politie het vuur opent op de demonstranten bij het dorp Purmamarca in de Noord-Argentijnse provincie Jujuy. Een zee van rubberkogels daalt neer op de inheemse gemeenschappen die zich sinds de vroege ochtend verzameld hebben op de provincieweg.

Ze protesteren er tegen de grondwetshervorming die de provincieregering twee dagen daarvoor heeft doorgevoerd.

400 inheemse gemeenschappen van de Argentijnse provincie Jujuy voeren vandaag, al vijf maanden lang, een taaie strijd tegen de provincieregering. Ze eisen dat die de omstreden grondwetshervorming terugdraait. Want die ontneemt hen onder andere het recht op gemeenschapsgrond, maakt protest strafbaar en privatiseert water.

Er staat veel op het spel voor de gemeenschappen. Hun territorium, hun manier van leven, en bovenal hun toegang tot water. En water is leven, zeggen de demonstranten.

Recordprijs voor ‘wit goud’

Jujuy (spreek uit: choechoei) ligt in de zogenoemde lithiumdriehoek, een grensgebied in de Andes over het grondgebied van Chili, Argentinië en Bolivia. Meer dan de helft van de geschatte wereldvoorraden lithium liggen hier opgeslagen, waarvan zo’n 20% onder de zoutvlaktes van Jujuy.

Het extreem lichte metaal lithium is een belangrijke grondstof voor de productie van accu’s en batterijen. Nu de energietransitie wereldwijd op gang is gekomen, is de vraag ernaar flink toegenomen de afgelopen jaren. Ook de prijs van dit witte goud schoot door het dak: van 7000 dollar per ton lithium in 2019 tot meer dan 80.000 dollar in 2022.

Argentinië verkeert in een zware economische crisis en kan die lithiumdollars goed gebruiken. De komende jaren wil het land het aantal mijnbouwprojecten dat litium ontgint op de zoutvlaktes – drie op het moment van schrijven, waarvan twee in Jujuy – vertienvoudigen, kondigde de regering aan. Argentinië wil de op één na grootste lithiumproducent ter wereld te worden, na Australië. Nu neemt het land de vierde plek in.

Jujuy is een van de armste provincies van Argentinië. Het heeft tientallen lithiumprojecten in de pijplijn zitten, in fases van studie en exploratie.

De hervorming van de provinciale grondwet is in feite de wegbereider voor die projecten. Zo verklaart de nieuwe grondwet water tot eigendom van de provincie, net als zijn grondstoffen en al het land dat geen eigendomstitel heeft. Lees: het land van de inheemse gemeenschappen op de zoutvlaktes.

300 milliliter regen… per jaar

Maar de oorspronkelijke gemeenschappen van Jujuy, de Kolla’s en Atacama’s, willen geen lithiumwinning in hun leefgebied. Ondanks de groene claims over het metaal is de ontginning ervan net zo schadelijk voor het milieu als traditionele vormen van mijnbouw, zeggen onderzoekers.

De grootste zorg van de gemeenschappen is water. Om het lithium te winnen, worden miljoenen liters pekel uit de grond gepompt, uit aardlagen die honderden meters onder de grond liggen. Twee miljoen liter per ton lithium, om precies te zijn.

Het onttrekken van zo’n grote hoeveelheden pekel uit de bodem verstoort het toch al fragiele ecosysteem van de zoutvlaktes, zegt geoloog Marcelo Sticco. Hij deed onderzoek naar de impact van lithiumwinning op het watersysteem op de zoutvlaktes. ‘De pekel zit in de lagen onder het grondwater. Haal je dat eruit, dan zakt het zoete grondwater naar beneden en verzilt het. Vergelijk het met het drinken uit een glas water met een rietje.’

© Ynske Boersma

© Ynske Boersma

Bovendien zijn grote hoeveelheden zoet water nodig om het lithium van het zout te scheiden.

En dat in een gebied waar hooguit 300 millimeter regen per jaar valt. Kortom: water is hier al schaars genoeg, zeggen de bewoners. Ze vrezen dat lithiumwinning een einde zal maken aan hun traditionele manier van leven op de Puna, de hoogvlaktes van de Andes. Daar liggen de zoutmeren liggen, en daar verdienen deze mensen hun brood met artisanale zoutwinning, kleinschalige veehouderij en toerisme.

En dus blokkeren ze de weg op die junimiddag, zwaaiend met veelkleurige wiphala, vlaggen die symbool staan voor de inheemse gemeenschappen. ‘Nee tegen lithium, nee tegen de hervorming. Ja voor water’, lezen hun spandoeken.

Jallalla!, roepen ze in koor, wat ‘voor het leven’ of ‘triomf’ betekent in de inheemse Aymara-taal. Op houtvuren langs de weg borrelen grote potten soep, er worden protestliederen gezongen. Een demonstratie als gebruikelijk in Argentinië, waar protesten onderdeel zijn van de volksaard.

Dan slaat de sfeer om. Onbekenden – geïnfiltreerden van de politie, zeggen de demonstranten – gooien stenen naar de mobiele eenheden van de ordediensten, die zich verschuilen achter een haag van zwarte schilden, onherkenbaar door hun zwarte motorhelmen. Dat is het sein voor de mobiele eenheden om te beginnen schieten.

Onder de demonstranten bevinden zich kinderen en ouderen. Velen worden geraakt. Twee tienerjongens verliezen een oog. ‘De chaos, het geschreeuw van de kinderen toen ze de demonstranten uit elkaar dreven. We hadden nog nooit zo’n harde repressie meegemaakt’, zegt Hilaria, een 45-jarige vrouw die truien van lamawol breit voor toeristen. Haar ogen vullen zich met tranen.

© Ynske Boersma

© Ynske Boersma

‘Sporen van zout’

Het verzet van de gemeenschappen gaat al terug tot 2009. Toen dienden de eerste mijnbouwbedrijven zich aan op de zoutvlaktes van de Cuenca de Salinas Grandes y Laguna de Guayatayoc, een gebied van 17.552 vierkante kilometer op 3500 meter hoogte in Jujuy.

De 33 gemeenschappen van de Cuenca besloten daar actie tegen te ondernemen. In 2010 stapten ze naar het Argentijnse Hooggerechtshof en eisten om voortaan geraadpleegd te worden over projecten voor lithiumwinning. De rechter weigerde en verwees de zaak opnieuw naar het provinciale gerechtshof.

Inheemse volken moeten nochtans geconsulteerd worden over elk besluit dat hun rechten kan schenden, zo stelt conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Ook Argentinië heeft die conventie geratificeerd, maar in de praktijk geeft het daar zelden gehoor aan. En als er al een bijeenkomst met een gemeenschap word georganiseerd, dan staat de uitkomst bij voorbaat vast.

Toch was de rechtszaak niet voor niets. De gemeenschappen wonnen aan zichtbaarheid, en gedurende enkele jaren lieten de mijnbouwbedrijven hen met rust.

In de tussentijd zaten ze niet stil: de dreiging van lithiumwinning verenigde de 33 gemeenschappen van de uitgestrekte Cuenca met elkaar en versterkte hun gezamenlijke identiteit. Ze begonnen maandelijks bijeen te komen en tekenden een onderling akkoord, waarin ze overeenkwamen dat geen van de gemeenschappen met een mijnbouwproject mag instemmen.

© Ynske Boersma

© Ynske Boersma

In 2015 presenteerden ze hun eigen protocol voor het raadplegen van de inheemse gemeenschappen van de Puna. Dat ligt in lijn met hun wereldbeeld als inheemse bewoners van de zoutvlaktes en kreeg de naam Kachi Yupi, wat ‘sporen van zout’ betekent.

Provinciebestuurder Gerardo Morales beloofde bij zijn aantreden in datzelfde jaar om het protocol formeel te erkennen. Maar die belofte is hij nooit nagekomen. Na zijn verkiezingswinst zagen de bewoners van de Cuenca weer nieuwe terreinwagens met logo’s van mijnbouwbedrijven de zoutvlaktes oprijden.

De gemeenschappen gooiden het daarop over een andere boeg. In plaats van raadpleging te vragen, eisten ze het vertrek van de bedrijven. In 2019 presenteerden ze zich nogmaals bij de rechter. Ze eisten dat alle projecten stopgezet werden tot onderzocht werd wat de cumulatieve impact van die projecten op het milieu van die projecten is.

Daarbij bedachten ze ook een strategie voor meer zichtbaarheid. Met twee gemeenschappen zetten ze de zoutvlaktes op de kaart als toeristische bestemming. Daarbij informeren ze en passant de toeristen over de dreiging van lithiumwinning.

© Ynske Boersma

© Ynske Boersma

Groen licht om te plunderen

Op een zaterdagochtend in oktober, de zon staat hoog aan de onbewolkte hemel, lossen touringcars ladingen toeristen op de zoutvlaktes van Salinas Grandes. Ze zijn gewapend met zonnebrillen en camera’s en lopen de vlakte op, springen omhoog voor een perspectieffoto, kopen een miniatuurlama van zout.

Hun korte broeken en T-shirts steken zomers af bij de lokale gidsen, die ervoor waken geen stukje huid onbedekt te laten. Op deze 3500 meter hoge witte vlakte brandt de zon meedogenloos door huid, lippen en hoornvliezen.

© Ynske Boersma

© Ynske Boersma

Nelda Lamas (34) leidt haar eerste groep van de dag over de zoutvlaktes. Ze verzamelen rondom een van de rechthoekige blauwe pekelbaden, uitgehakt in de zoutlaag. Lamas vertelt de toeristen over de traditie van zoutwinning in Salinas Grandes. ‘Alles wat je hier ziet, het informatiecentrum, het wc-gebouw, de restaurants, is gemaakt van zout.’

‘Onze voorouders wonnen al zout om te gebruiken als ruilmiddel, en voor de eigen consumptie’, vervolgt ze. ‘Zout is een hernieuwbare grondstof. Na de regentijd vormt zich weer een nieuwe laag van zoutkristallen, dankzij de pekel die honderd meter onder de grond zit. Maar om zout te winnen, moet je de natuur respecteren. Haar cyclus kennen. Net zoals onze opa’s deden.’

Het tiental toeristen luistert geboeid. Lamas, kippige ogen achter een bril en onder een zonnehoed met brede rand, gaat verder: ‘Mijnbouwbedrijven hebben geen respect voor de natuur. Om lithium te winnen, pompen ze de pekel omhoog, miljoenen liters, en laten ze die verdampen in baden die oppervlaktes van vele hectares beslaan. Er is veel water voor nodig, en daarom willen wij dat niet.’

‘Op dit moment staan de bedrijven klaar om zich te installeren in Salinas’, vertelt ze. ‘In juni heeft de regering een grondwetshervorming doorgevoerd, die bedrijven groen licht geeft voor het plunderen van natuurlijke grondstoffen en ons het recht op water ontneemt. Daarom protesteren we.’

© Ynske Boersma

© Ynske Boersma

Een kilometer verderop begint Nestor Alberto (55) aan zijn werkdag in de zoutcoöperatie die hij in 1993 zelf mee oprichtte. De coöperatie geeft werk aan dertig families uit twee gemeenschappen, vertelt Alberto. Zijn huid is gelooid door een leven op de zoutvlaktes, hij heeft een blauwe waas over zijn ogen.

‘We winnen zout voor de veehouderij, voor de industrie en voor consumptie. Vroeger gebeurde dat met pikhouwelen, nu hebben we machines en een fabriek om het zout te verwerken.’

Alberto kiest zijn woorden zorgvuldig. ‘Zoutwinning is ook mijnbouw. Ik ga je daarom niet vertellen dat ik tegen mijnbouw ben. Wij hebben ook een impact op de natuur. Maar, anders dan de multinationals, zorgen wij ervoor dat toekomstige generaties hetzelfde werk kunnen blijven doen. Wij respecteren la Pacha. Zij komen alleen om te plunderen en vertrekken dan weer.’

Naar de hoofdstad

1500 kilometer verderop, in hoofdstad Buenos Aires, hebben zes inheemse bewoners van Jujuy zich vastgeketend aan het hek van het parlementsgebouw. Ze zijn sinds acht dagen in hongerstaking en beginnen ernstig te verzwakken. Het regent.

Hoe lang ze nog door willen gaan? ‘Net zo lang tot ze daar naar ons luisteren’, zegt een vrouw. Ze zit tegen het hek met om haar schouders een wiphala-vlag en wijst naar het Parlement. ‘Ze’, dat zijn de Argentijnse nationale parlementsleden.

De demonstranten zijn hier al sinds 25 juli. Toen wandelden ze met enkele honderden naar Buenos Aires, nadat de massale protesten in Jujuy na zes weken met bruut politiegeweld waren neergeslagen. Ze zetten een tentenkamp op voor het Hooggerechtshof en protesteren dagelijks voor het Parlement.

Half oktober zijn ze er dus nog steeds. Ze eisen dat de hervorming van de provinciale grondwet wordt teruggedraaid. Omdat die op dubieuze wijze werd doorgevoerd – achter gesloten deuren, met slechts twee weken voor debat, in plaats van de drie maanden die daar wettelijk voor staan. Maar ook omdat hij op verschillende punten in strijd is met de nationale grondwet.

Zo schrijft de nationale grondwet sinds 1994 voor dat het Parlement ‘het gemeenschappelijke bezit en eigendom van het land dat de Inheemse Gemeenschappen traditioneel bezet hebben’ moet erkennen. Afgesproken werd dat een deel van de staatsgrond overgedragen zou worden aan de oorspronkelijke gemeenschappen, waarvan de meesten geen eigendomstitels hebben voor het land dat ze bewonen.

Maar 29 jaar later gaf de provincie daar geen gehoor aan. In de hervormde grondwet verklaart ze alle ‘openbare grond’ tot ‘een goed bestemd voor productie.’

‘Het komt erop neer dat ze ons zullen verdrijven’, zegt Flavia Lamas, zus van gids Nelda. Sinds 1 augustus kampeert ze voor het Hooggerechtshof. ‘De hervorming zorgt ervoor dat ze de lithiumwinning kunnen doordrukken. Maar ons recht op gemeenschapsgrond staat in de nationale grondwet, daarom protesteren we voor het Hooggerechtshof om de provincie tot de orde te roepen.’

‘Van de kaart geveegd’

De strijd van de inheemse gemeenschappen van Jujuy voor hun land gaat terug tot halverwege vorige eeuw. ‘Onze opa’s wandelden in 1946 al naar Buenos Aires om de grond terug te eisen waarvan grootgrondbezitters hen hadden verdreven’, vertelt Flavia Lamas.

‘In 2006 deden ze dat nog een keer. Een rechter oordeelde dat jaar dat we eigendomstitels moesten krijgen, maar de provincie heeft die alleen gegeven in gebieden waar weinig grondstoffen zijn. Volgens de nieuwe grondwet bewonen wij openbare grond. Maar dat is een leugen, want wij bewoonden dat land al voordat er een staat was.’

‘De inheemse gemeenschappen zijn van de kaart geveegd’, vat advocate Alicia Chalabe samen. Ze staat sinds 2009 de gemeenschappen van de Cuenca van Salinas Grandes en Laguna de Guayatayoc juridisch bij, in wat ze een ‘eindeloze hoeveelheid’ rechtszaken noemt.

Maar de strijd van de gemeenschappen laat de nationale regering koud. Van alle politieke richtingen heeft alleen de extreemlinkse Arbeiderspartij de repressie in Jujuy veroordeeld. Na vier maanden blijft de grondwetshervorming overeind en begint de protestbeweging verdeeld te raken. Als we hen maar lang genoeg negeren, verdwijnt het probleem vanzelf, lijkt de gedachte te zijn. De lithiumdollars gaan duidelijk boven de mensenrechten.

‘Veertig jaar na het einde van de dictatuur vertoont onze democratie grote gebreken’, zegt Melisa Argento, sociologe en onderzoekster die meeschreef aan een boek over lithiumwinning in Argentinië. ‘Het laat zien dat extractivisme fundamenteel ondemocratisch is.’

Maar Lamas blijft. Ze heft een lied aan, in de stromende regen. ‘Ik kom van boven, ik kom van de Puna, voor mijn rechten kom ik om te strijden. Jouw hervorming schendt onze rechten, doet mensen pijn, en nog veel meer. Maar ons, Kolla’s, kunnen ze niet het zwijgen opleggen.’