Bewoners van de gebieden rond de Atratorivier in Colombia proberen ‘hun’ rivier te beschermen tegen vervuiling door met name illegale mijnbouw. Sinds eind 2016 is de Atrato verklaard tot rechtspersoon. Maakt dat een verschil?
Alba Quintana werd geboren in ‘haar’ Atrato, één van de belangrijkste rivieren van Colombia. “Dat is gebruikelijk in onze cultuur. Het water van de rivier staat symbool voor schoonheid, voor hernieuwde energie om de pasgeborene te ontvangen”, legt ze uit. “Maar nu de rivier zo vervuild is, hebben die rituelen hun betekenis verloren.”
De Atrato ontspringt in de Andes, wordt gevoed door meer dan 15 rivieren en 300 beken, en mondt 750 kilometer later uit in de Golf van Urabá. Daar aangekomen is ze zwaar vervuild geraakt door met name de illegale goudwinning. Dat is een ramp voor de Atrato zelf, maar ook voor de bewoners van haar oevers die voor alles afhankelijk zijn van de rivier. “Het water is ondrinkbaar geworden. Wat er nog aan vis is overgebleven, zit vol met kwik dat mijnbouwers gebruiken bij de goudwinning”, zegt Quintana. Ze groeide op in een Embera-gemeenschap in het noorden van het departement Chocó. Behalve inheemse gemeenschappen wonen er ook veel Afro-Colombiaanse gemeenschappen langs de oevers van de Atrato.
Chocó, het departement waar het grootste deel van de Atrato doorheen slingert, is qua biodiversiteit één van de rijkste gebieden van de planeet. Het is ook één van de armste regio’s van Colombia, waar basisvoorzieningen als wegen en elektriciteit ontbreken. Kleine gehuchten, soms niet meer dan een drietal huizen op palen met golfplaatdaken, liggen verspreid langs de oevers van de rivier. Behalve de Atrato is er niets dat ze met de buitenwereld verbindt. De dorpjes worden omringd door dichte jungle waar de staat schittert door afwezigheid; een ideale omgeving voor criminaliteit en illegale economieën zoals de cocateelt.
Tijdens de burgeroorlog gebruikten FARC-rebellen de rivier als drugssmokkelroute. Eind jaren negentig kwamen daar de illegale mijnbouwbedrijven bij. Van die bedrijven zijn de bewoners inmiddels afhankelijk geworden voor werk, bij gebrek aan economische alternatieven.
Voogden
Alba Quintana.
In 2015 spanden drie grote organisaties van zwarte gemeenschappen, die zo’n 78 duizend mensen langs de hele rivier vertegenwoordigen, een zaak aan tegen de overheid, samen met de ngo Tierra Digna. Ze eisten maatregelen ter bescherming van de Atrato en van hun collectieve rechten. Het Colombiaanse Hof van Justitie deed een verrassende uitspraak: het verklaarde de Atrato tot rechtspersoon. Dat moet de rivier van de ondergang redden, maar ook de rechten van de bewoners erkennen. Verschillende ministeries kregen daarvoor verplichtingen: de rivier moet worden schoongemaakt, illegale mijnbouw moet verdwijnen en er moet alternatieve werkgelegenheid komen. De rivier heeft twee wettelijke vertegenwoordigers gekregen: één van de overheid en één van de gemeenschappen, die het voogdijschap verdeelden onder lokale leiders.
Een van die ‘gemeenschapsvoogden’ is Alba Quintana. Of de overheid nu wel in actie gaat komen? Ze is pessimistisch. “De overheid heeft het over duurzame mijnbouw als alternatief voor de illegale goudwinning. Maar het maakt niet uit hoe je het noemt, alles richt schade aan.”
Alexander Rodriguez.
Voogd Alexander Rodriguez vertegenwoordigt Cocomacia, een samenwerkingsverband van 124 zwarte gemeenschappen langs de Atrato. Hij heeft goede hoop op verbetering, “maar niet van de ene dag op de andere dag. De Colombiaanse overheid is nauwelijks voorbereid op een complexe operatie als deze.
Herinneringen
Bij het radiostation van Cocomacia worden wekelijks herinneringen opgehaald aan de Atrato. Over de tijd dat de rivier nog helder was, vrouwen erin baadden, kinderen erin speelden. Tot de graafmachines kwamen, een spoor van vernieling achterlatend.Bij het radiostation van Cocomacia worden wekelijks herinneringen opgehaald aan de Atrato
“De Atrato doorkruist het leven van Chocò”, begint Martha Berrío de uitzending. “Haar wateren hebben generaties van rivierbewoners kunnen voeden. Maar nu is de rivier gewond, vervuild, uitgebaggerd. En als we niets doen, zal ze alleen voortleven in de verhalen, in liederen… Alleen in onze herinnering.”