‘Pak de spullen van de kinderen. Ik leg het uit wanneer ik thuiskom’, zegt Juan* (27) over de telefoon tegen zijn vrouw Ana*. Het is begin januari. Juan, hoofd van een speciale politie-eenheid in de Mexicaanse staat Guerrero, heeft zojuist een alarmerend bericht ontvangen. ‘Werk met ons of we gaan achter je familie aan’, bedreigde een criminele organisatie hem via WhatsApp. Daarmee zette ze Juan onder druk om informatie over politieoperaties door te spelen.
Foto’s van het kinderdagverblijf van zijn dochter en zijn huis gaven de doorslag. ‘Diezelfde avond zijn we gevlucht’, zegt Juan, een jeugdig gezicht met een beugel.
Na een busreis van drie dagen zonder te stoppen kwam het gezin aan in Tijuana, drieduizend kilometer naar het noorden, aan de grens met de Verenigde Staten.
Daar klopten ze aan bij Movimiento Juventud 2000, een opvang voor migranten vlak bij de grensovergang. De opvang biedt plek aan 150 migranten, gehuisvest in koepeltentjes onder een hoog dak van golfplaten.
Bijna alle bewoners zijn Mexicaans. Net als Juan zijn ze gevlucht voor het kartelgeweld dat grote delen van Mexico in zijn greep heeft. De steeds bloediger confrontaties tussen criminele organisaties die om territorium vechten en de afpersingen en ontvoeringen waarmee deze kartels hun illegale inkomsten verwerven, drijven een groeiend aantal Mexicaanse vluchtelingen naar de Verenigde Staten.
Zoals de 20-jarige Brayan*, uit de staat Jalisco. In oktober 2022 verdween zijn 21-jarige zus Jessica. Mexico gaat gebukt onder een epidemie van verdwijningen, waarbij velen het slachtoffer zijn van ontvoeringen voor losgeld of mensenhandel.
Brayans familie begon een zoektocht naar Jessica. Vervolgens werd ze zelf het doelwit van de georganiseerde criminaliteit. ‘Acht maanden na haar verdwijning begonnen ze ons te bedreigen. Daarom ben ik vertrokken’, zegt Brayan.
Sinds vijf maanden verblijft hij met zijn vrouw en kinderen, een peuter en een baby, in de opvang. Zijn ogen vullen zich met tranen wanneer hij een foto van zijn zus laat zien, geprint op een A4 met info over haar verdwijning.
Brayan en zijn vermiste zus Jessica.
© Katie McTiernan
Epidemisch geweld
Sinds oud-president Felipe Calderón in 2006 het land militariseerde in de strijd tegen de drugskartels, is Mexico in een neerwaartse geweldsspiraal geraakt. De ‘drugsoorlog’ had een tegengesteld effect: het aantal criminele organisaties is alleen maar toegenomen, en zij controleren steeds grotere delen van Mexico.
‘Wij hebben in de afgelopen 2,5 jaar het aantal Mexicaanse ontheemden fors zien toenemen’, zegt José Maria García Lara, oprichter en directeur van de opvang. ‘Ze komen uit heel Mexico, maar met name uit de staten Michoacán en Guerrero.’
‘De criminele organisaties daar hebben in de laatste jaren hun werkterrein uitgebreid van de bergen, waar ze de drugshandel controleren, naar de stedelijke gebieden. Daarbij raken complete gemeenschappen tegelijk ontheemd. De afgelopen jaar zijn daar ook veel ontheemden uit de staat Chiapas bij gekomen, waar drugskartels vechten om territorium.’
De kartels richten zich niet alleen op drugshandel. Een belangrijk verdienmodel is het afpersen van Mexicaanse burgers die niets met criminaliteit te maken hebben. Van winkelhouder tot fruitplukker, allemaal zijn ze gedwongen om een tweewekelijkse ‘‘belasting’’ te betalen.
Wie weigert, bekoopt dat meestal met de dood. Daarbij verrijken de kartels zich met ontvoeringen voor losgeld, vrouwenhandel en zelfs de verkoop van organen.
Het kartelgeweld doet met name in de laatste jaren, onder het presidentschap van de linkse Andrés Manuel López Obrador (2018-2024), steeds meer Mexicanen op de vlucht slaan. In een enquête van migrantenorganisatie Kino Border Initiative uit 2023 onder 6700 Mexicanen, gaf 88% aan op de vlucht te zijn voor het geweld. In 2017 was dat nog maar 2% en zei 87% te migreren uit economische overwegingen. In de zes jaar van AMLO hield de Amerikaanse grenspolitie bijna drie miljoen Mexicanen aan.
Daarbij waren het traditioneel gezien veelal mannen die migreerden om in de VS te werken en geld naar hun familie in Mexico te sturen. Nu zijn het hele families die van de ene op de andere dag huis en haard moeten achterlaten, met weinig meer dan de kleren die ze aanhebben.
Tussen oktober 2022 en september 2023 staken bijna 160.000 Mexicaanse families de Amerikaanse grens over — meer dan het totaal van de periode 2016-2022 – volgens overheidscijfers.
Afpersing
Ook de familie van Lea* (30) moest in augustus vorig jaar halsoverkop de deelstaat Michoacán verlaten, waar zij en haar man een kwekerij met avocadobomen runden.
‘We werden maandelijks afgeperst om een bedrag van 50.000 peso (zo’n 2700 euro) te betalen. Dat konden we simpelweg niet opbrengen. We begonnen bedreigingen te ontvangen en mijn oudste zoon werd op een avond, onderweg naar huis van zijn vriendin, beschoten. Er zat niets anders op dan te vluchten.’
Ze laat op haar telefoon foto’s zien van plantages met rijenvol jonge boompjes en een geel geverfd familiehuis. In een filmpje, gepost door het kartel dat hen bedreigde, rijden jeeps met zwaarbewapende mannen door dezelfde plantages.
‘Dat was nadat we waren gevlucht. Alles hebben ze van ons afgepakt. We hebben niets meer om naar terug te gaan’, zegt Lea, een kleine vrouw die alles wat haar familie is overkomen weglacht.
Ook hebben ze weinig om naartoe te gaan. ‘Waar we willen wonen in de VS? Geen idee, we kennen niets daar’, zegt ze.
Sinds hun aankomst, ruim vijf maanden geleden, in grensstad Tijuana verblijft het gezin met zes kinderen in Templo Embajadores de Jesús Cristo, een migrantenopvang van de evangelische kerk in het zuiden van de stad. Zo’n 1300 migranten bivakkeren hier in dicht op elkaar geplaatste ijzeren stapelbedden, verdeeld over drie gebouwen.
De opvang is als een klein dorp: er is een school voor de kinderen, verschillende migranten runnen winkeltjes en eettentjes, en twee keer per week is er een drukbezochte kerkdienst. Ook in deze opvang is de ruime meerderheid van de bewoners van Mexicaanse afkomst.
Migranten aan het werk in een eettentje in opvang Templo Embajadores de Jésus.
© Ynske Boersma
Nieuw immigratiebeleid
De meeste migranten verblijven net als Lea al verschillende maanden in Templo. Allemaal wachten ze op een afspraak met de Amerikaanse immigratieautoriteiten, de enige manier om legaal de grens over te steken.
In mei 2023 voerde de regering-Biden een nieuw immigratiebeleid in, waardoor het illegaal oversteken van de grens strafbaar is geworden. Wie asiel wil aanvragen moet een afspraak maken via de app CBP One van de U.S. Customs and Border Protection (CBP) en tot de datum van de afspraak wachten in Mexico.
Het nieuwe beleid zou meer orde brengen in de migratiestromen en illegale immigratie moeten ontmoedigen. Maar in de praktijk wachten migranten zo lang op een afspraak dat velen toch illegaal oversteken en zich overgeven aan de Amerikaanse grenspolitie, in de hoop alsnog een asielaanvraag te kunnen doen. Het Amerikaanse systeem is zó overbelast dat de meesten die het hierop wagen vrijgelaten worden aan de Amerikaanse kant, met een datum om voor de rechter te verschijnen.
In de laatste maanden hebben de VS het aantal deportaties naar verschillende landen weer opgevoerd. Met name Mexicanen lopen een groot risico om teruggestuurd te worden. Zo hernamen de VS eind januari de (in mei 2022 stopgezette) deportatievluchten naar centrale delen van Mexico, in plaats van ze simpelweg over land terug de grens over te zetten in het noorden. Dat betekent dat ze rechtstreeks worden teruggevlogen naar de door criminele groepen gecontroleerde staten die ze ontvluchtten.
En dus wachten de bewoners van Templo. In sommige gevallen al meer dan een half jaar. ‘Heb jij je afspraak al?’ vragen ze elkaar in het voorbijgaan, als ware het een groet.
Elke dag openen ze de app en doen ze een nieuwe poging. Omdat er maar een beperkt aantal afspraken zijn en die zonder willekeur worden ‘verloot’, zijn de kansen klein.
Zo zijn er slechts 1450 afspraken per dag beschikbaar langs de gehele noordgrens. Ter vergelijking: in december staken 300.000 migranten die grens over, van wie de ruime meerderheid illegaal.
Trumps grensmuur in Tijuana, die onder president Biden verhoogd en versterkt wordt.
© Ynske Boersma
‘De timing van God’
‘De timing van God is perfect’, is de uitspraak waarmee de wachtende migranten zich in hun lot berusten. ‘Al begin ik hier soms ook te twijfelen aan God’, zegt de 23-jarige Cindy*, afkomstig uit de stad Acapulco. Ook zij verblijft al ruim vijf maanden in de opvang, samen met haar man van 25, haar baby en haar zoontje van 3.
‘Mijn man is taxichauffeur. Ze eisten elke twee weken 2000 peso (ongeveer 110 euro). Maar daarmee bleef niet genoeg over voor de huur, het eten en de kinderen. Toen we niet betaalden, begonnen de bedreigingen. Ze kwamen aan onze deur, en daarna hebben ze kokend water over de buik van mijn man gegooid, als waarschuwing. Hij heeft nog steeds littekens. Toen zijn we gevlucht. Met het vliegtuig, want over land zou te gevaarlijk zijn.’
Maar in Tijuana voelt Cindy zich evenmin veilig. De grensstad in de staat Baja California is een van de meest gewelddadige steden van Mexico, met een van de hoogste moordcijfers van Latijns-Amerika. Daarbij zijn de migranten een lucratief verdienmodel voor criminele organisaties.
Migranten betalen duizenden dollars aan smokkelaars om illegaal de grens over te steken, waarbij ze geregeld omkomen in de woestijn of vermoord worden. Ook ontvoeringen van migranten voor losgeld zijn aan de orde van de dag.
Ook in de opvangplekken zijn de migranten kwetsbaar. Zo ligt Templo de Embajadores de Jesús in een arme wijk waar vaak schietpartijen tussen bendes voorkomen. Een jaar geleden werd de opvang zelf beschoten tijdens een gewelddadige achtervolging. Andere opvangplekken zijn afgeperst door criminele organisaties, die een ‘belasting’ per migrant eisten. Eén opvang moest om die redenen de deuren sluiten.
Nog steeds is het onrustig, vertelt Cindy: ‘Laatst vermoordden ze een man in de buurt hier beneden. We zijn gevlucht voor het geweld en hier komen we weer hetzelfde tegen.’
De opvang Movimiento Juventud 2000 in Tijuana.
© Ynske Boersma
Gegeneraliseerd geweld
Mexicanen die legaal de grens oversteken, maken eveneens weinig kans op asiel. In de afgelopen twintig jaar wezen Amerikaanse immigratierechters 85% van Mexicaanse asielzoekers af, het hoogste percentage van de 19 nationaliteiten die de meeste aanvragen doen, schrijft New York Times.
Hoe dat komt? ‘Gegeneraliseerd geweld’ geldt niet als een motief voor asiel volgens de VN-Vluchtelingenconventie uit 1951, een verdrag dat bescherming biedt aan oorlogsvluchtelingen en vervolgden in dictatoriale regimes, en dat nog steeds de basis vormt voor asielbeleid wereldwijd. Het kartelgeweld dat onder andere Mexicanen op de vlucht doet slaan, was destijds niet voorzien.
Hoewel langzaamaan steeds meer landen hun asielbeleid op die nieuwe realiteit aanpassen, blijft het lastig om op deze grond asiel te verkrijgen. Daarbij bestaan er evenmin andere programma’s waarmee Mexicanen die niet in aanmerking komen voor asiel toch de VS in kunnen, zoals die wel bestaan voor andere nationaliteiten.
Zo kunnen Venezolanen, Haïtianen, Cubanen en Nicaraguanen twee jaar in de VS wonen en werken met een beroep op ‘humanitarian parole’. Ook Oekraïners kunnen op basis daarvan een (tijdelijke) verblijfsvergunning aanvragen. ‘In Oekraïne is een oorlog gaande, dus dat is rechtvaardig. Maar aan deze kant van de grens bestaat een niet-verklaarde oorlog waarbij net zoveel of meer doden vallen’, zegt García Lara, directeur van opvang Movimiento Juventud 2000.
Alleen asielzoekers die een ‘geloofwaardige vrees’ voor hun leven kunnen aantonen met harde bewijzen, kunnen aanspraak maken op asiel. Maar die bewijzen zijn lastig te vergaren. Wie over de telefoon is bedreigd, kan dat moeilijk opnemen. In andere gevallen is het gevaar dichtbij maar nog niet direct op iemands leven gericht, legt García Lara uit. ‘Als je buren worden bedreigd, ga je niet wachten tot de criminelen bij jou aankloppen voordat je vertrekt. Dan vertrek je meteen.’
*Uit veiligheidsoverwegingen zijn de namen van Juan, Ana, Lea, Brayan en Cindy gefingeerd. De redactie heeft hun namen en contactgegevens.